Antistollingsmiddelen
In Nederland worden de volgende antistollingsmiddelen gebruikt:
- Aspirine en soortgelijke medicijnen
Deze medicijnen verminderen de klonterende werking van de bloedplaatjes. Controle door de trombosedienst is hierbij niet nodig. - Laagmoleculair gewicht heparine (LMWH) of soortgelijke middelen. Deze worden met een injectie onder de huid toegediend om diep veneuze trombose te voorkomen.
- Cumarines of cumarinederivaten: acenocoumarol of fenprocoumon. Behandelaars schrijven acenocoumarol of fenprocoumon voor als de antistollingsbehandeling voor langere tijd noodzakelijk is.
- NOAC. Dit zijn relatief nieuwe geneesmiddelen die sinds een jaar of tien worden voorgeschreven aan mensen met stollingsproblemen. Het grote voordeel van deze middelen is dat zij minder bijwerkingen hebben. Onderaan deze pagina leest u meer over deze nieuwe geneesmiddelen (interne link).
Cumarines gaan de werking tegen van vitamine K. Vitamine K is nodig voor de aanmaak van stollingsfactoren in de lever. Het remmen van de werking van vitamine K betekent daarom dat in de lever minder stollingsfactoren worden aangemaakt. Minder stollingsfactoren betekent minder kans op vorming van stolsels.
Cumarines verschillen in de snelheid waarmee de lever ze afbreekt. Er bestaan kort- en langwerkende cumarines. Het innemen van extra vitamine K kan de werking van alle cumarines vrij snel stoppen.
Het gebruik van antistollingstabletten
Hieronder vindt u de belangrijkste informatie over antistollingsmiddelen die worden ingenomen met een glas water. Dit zijn orale antistollingsmedicijnen. Het gaat hierbij dus niet om middelen die met een injectie worden toegediend.
Het innemen van de antistollingstabletten
Belangrijk is dat u de antistollingstabletten altijd inneemt volgens de aanwijzingen op de doseringskalender. Het voor die dag opgegeven aantal tabletten moet u in één keer innemen. Het is verstandig om direct na het innemen een kruisje te zetten op de doseringskalender. Dit voorkomt vergissingen. Ook het innemen van de tabletten op een vast tijdstip, bij voorkeur bij het avondeten, voorkomt vergissingen.
Minder of meer antistollingstabletten
Na een controle door de trombosedienst kan de hoeveelheid tabletten die u moet innemen veranderen. Dit komt doordat bij de controle is gebleken dat het antistollingseffect in uw bloed te groot is, of juist te klein. Dit betekent niet dat het beter of slechter met u gaat! De werking van antistollingsmiddelen kan in de loop van de tijd namelijk wisselen. Dit gebeurt soms met een aanwijsbare reden, soms 'spontaan'.
Veel medicijnen kunnen de werking van antistollingsmiddelen beïnvloeden. Ze kunnen het effect versterken, of juist tegenwerken. De invloed van deze medicijnen op de antistolling kan per persoon verschillen.
Het is heel belangrijk dat u altijd het gebruik van andere geneesmiddelen, van zowel drogist als apotheek, meldt bij uw trombosedienst. Hetzelfde geldt als u stopt met deze geneesmiddelen.
Koopt u medicijnen zonder recept, of natuurgeneesmiddelen (zoals kruiden/vitaminepreparaten), informeer dan altijd of ze samen met de antistollingsmiddelen kunnen worden gebruikt. Lees ook de bijsluiter hierop zorgvuldig door.
Het is en blijft te allen tijde van belang dat u met uw trombosedienst het gebruik bespreekt van welke andere medicijnen dan ook.
Bijwerkingen van antistollingstabletten
De belangrijkste bijwerking van cumarines houdt direct verband met de bedoelde werking van deze medicijnen. Door de remming van de stolling is er namelijk een grotere kans op het optreden van bloedingen. Zelf bij een juiste instelling zult u iets makkelijker bloeden. Een onprettige, maar onschuldige bijwerking waar sommige mensen mee te maken hebben, is haarverlies.
Antistollingstabletten en voeding
Zoals gezegd, cumarines verminderen de stolling doordat ze de werking van vitamine K tegengaan. Dit verklaart waarom de gevoeligheid voor antistolling onder meer afhankelijk is van de hoeveelheid vitamine K in voeding. Met name in 'groene' groenten (bijvoorbeeld sla, broccoli, spinazie) en in 'koolachtige' groenten (bijvoorbeeld witte kool, spruiten en bloemkool) zit veel vitamine K. Wanneer u gevarieerd eet, blijft het effect van de vitamine K uit de voeding op de antistollingsbehandeling beperkt. Het volgen van een speciaal dieet is niet nodig.
Ook tijdens uw vakantie is het belangrijk de samenstelling van uw voeding in de gaten te houden. Niet alle 'keukens' hebben dezelfde hoeveelheid vitamine K in de voeding. De Oosterse keuken is tamelijk arm aan vitamine K. Dit zal dus effect kunnen hebben op de antistolling. Een dieet om uw gewicht te verminderen ('lijnen') kan van invloed zijn op uw INR waarde. Meld daarom ook het volgen van een dergelijk dieet altijd aan bij uw trombosedienst.
Antistollingstabletten en alcohol
De lever produceert stollingsfactoren. Alles wat de lever beïnvloedt heeft daarom tegelijkertijd invloed op de stolling van het bloed. Dit geldt ook voor het gebruik van alcohol. Een gematigde alcoholconsumptie (1 of 2 consumpties) is in principe mogelijk. Te veel alcohol kan tot beschadiging van de lever leiden en daardoor de stabiliteit van de antistolling beïnvloeden.
Antistollingstabletten en stress
De invloed van stress is moeilijk te onderzoeken. In praktijk blijkt vaak dat de INR stijgt bij stresssituaties. Mogelijk zorgen stresshormonen voor een verstoring van de leverfunctie. De productie van stollingseiwitten of de verwerking antistollingsmedicijnen verandert. Stresshormonen kunnen de opname van vitamine K in de darmen beïnvloeden, hetgeen effect kan hebben op uw antistollingsbehandeling.
Bijwerkingen melden
Andere medicijnen kunnen de werking van de antistollingstabletten beïnvloeden. Er bestaat een centraal meldpunt in Nederland waar bijwerkingen van medicijnen, maar ook de invloed van medicijnen op elkaar, wordt geregistreerd. Het Nederlandse Bijwerkingen Centrum Lareb is het nationale meldpunt van bijwerkingen van geneesmiddelen. Doordat alle meldingen op één centraal punt worden verzameld, kan Lareb de veiligheid van geneesmiddelen in Nederland bewaken. Het is hiervoor belangrijk dat zoveel mogelijk bijwerkingen ook daadwerkelijk gemeld worden. U kunt als gebruiker van geneesmiddelen op de website van Lareb een bijwerking bij Lareb melden. Kijk hiervoor op de website van Lareb
Uiteraard wordt alle informatie die u aan Lareb stuurt strikt vertrouwelijk behandeld.